De keuze voor het ‘juiste’ verzet hangt af van je reisdoel(en), hoe sterk je zelf bent, gewicht van jou en je bagage, type fiets en natuurlijk het terrein waar je wilt fietsen. Ben je van plan veel in de bergen te fietsen, kies dan tenminste het lichtste verzet mogelijk, zodat je genoeg versnellingen hebt om die hellingen te trotseren. Je verliest hierdoor wat aan de snelle/zware kant, maar voor de meeste vakantiefietsers is snelheid minder belangrijk. Maar wat is het juiste verzet? Zelf kies ik een verzet waarmee ik met een minimale snelheid en met een gemiddelde inspanning niet omval als het te steil wordt; met andere woorden: ik wil 3,5 tot 4 kilometer per uur kunnen fietsen met een omwenteling van 40 per minuut. Langzamer heeft geen zin, want dan val ik om! Op het vlakke geldt voor de meeste fietsers dat ze een cadans tussen de 60 en 90 halen, in de bergen gaat dat al snel naar 40 tot 80.
Er zijn formules om je minimale en maximale snelheid te berekenen, het makkelijkst werkt de site van ritzelrechner.de, dus staat jouw verzet hier niet tussen, dan kun je daar zelf aan de slag.
Gebruikte vaste gegevens:
- wielomtrek = 2280 (50-622 ETRTO)
- trapfrequenties (cadans): 40, 60 en 80
- rijder gewicht < 100kg
Voor het totale bereik kijk je naar de minimale snelheid in de laagste cadans en naar de maximale snelheid in de hoogste cadans.
Bijvoorbeeld: Rohloff naaf 55T voor met 19T achter, dan is het totale bereik: 4,42 km/uur – 52,3 km/uur (zie de tabellen hieronder).
Uiteraard is het een indicatie, maar wanneer we overal de zelfde vaste gegevens aanhouden, is het op deze manier wel makkelijk om de verschillende verzetten met elkaar te vergelijken.
Bekijk hieronder de gegevens van de verschillende versnellingssystemen en hun bereik, hopelijk heb je er wat aan en maakt het de keuze voor het juiste verzet zo een stuk makkelijker.